Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Eenzijdige verhoging pensioenleeftijd mag niet

Geplaatst op: 23-11-2017, 09:52:30

SRK Rechtsbijstand stond onlangs een klant bij, die bezwaar had ingediend tegen zijn pensioenfonds. Dit pensioenfonds besloot, mede door de verhoging van de AOW-leeftijd, de waarde van zijn pensioen om te zetten naar 67 jaar. Hierdoor zou de klant pas met 67 jaar pensioen ontvangen in plaats van 65 jaar. Deze eenzijdige verhoging van de pensioenleeftijd door het pensioenfonds, ondanks bezwaar van de klant, mag niet.

De rechter oordeelde dat deze eenzijdige verhoging niet conform de wet is en daarom inderdaad niet mag. 

Pensioenfonds voor de rechter
De SRK-klant had pensioen opgebouwd dat bij 65 jaar zou worden uitgekeerd. Zijn pensioenfonds SABIC (oud DMS-pensioenfonds) besloot, mede door de verhoging van de AOW-leeftijd, de waarde van dit pensioen om te zetten naar 67 jaar. Hierdoor ontvangt de klant pas pensioen op 67-jarige leeftijd in plaats van 65 jaar. In de aankondigingsbrief van SABIC aan de deelnemers werd hen, conform artikel 83 van de Pensioenwet, verteld dat zij hiertegen bezwaar konden maken, waarna hun pensioen dan niet wordt overgedragen. Ondanks het bezwaar van de pensioengerechtigde en twee van zijn oud-collega’s werd dit door het pensioenfonds desondanks ter zijde geschoven op grond van efficiëntie- en kostenoverwegingen. Namens haar verzekerde voerde SRK met succes een procedure bij de kantonrechter. Ook zijn 2 oud-collega’s startten via DAS rechtsbijstand een procedure, waardoor de zaken gezamenlijk door de rechter werden behandeld.

Geen instemming van klant
Op 8 november 2017 oordeelde de kantonrechter in Roermond dat de eenzijdige waardeoverdracht  door het pensioenfonds niet wettig is. Hierdoor kan de gerechtigde nog steeds met 65 jaar met pensioen gaan. De kantonrechter baseert zich op de pensioenwet, dit ondanks het standpunt van oud-staatssecretaris Jetta Klijnsma en De Nederlandse Bank, dat omzetting in dit soort gevallen zonder instemming van deelnemers of ondanks bezwaar van deelnemers, mogelijk moet zijn.

Zekerheid versus onzekerheid
De gerechtigde is heel tevreden over de uitkomst en gaat over 3 jaar met pensioen, waarbij hij nu al weet hoeveel hij dan aan pensioen zal ontvangen. Dat is zekerheid. Indien de kantonrechter de eenzijdige waardeoverdracht door het pensioenfonds wel toestond, dan was het onzeker geweest hoeveel pensioen hij op 65 jaar zou krijgen. Hij zou dan namelijk zijn pensioen moeten vervroegen naar 65 jaar. Dit betekent in de praktijk dat hij zijn pensioen naar voren moet halen met als gevolg een lagere uitkering. Dat kan oplopen tot een schade van een paar duizend euro. Dit is behoorlijk nadelig en geeft meer onzekerheid dan nu het geval is.

Conclusie
"Gelukkig volgt de kantonrechter het standpunt dat de wet leidend is, omdat het pensioen bij bezwaar van deelnemers wettelijk niet mag worden overgedragen. Hierdoor weet de pensioengerechtigde wat hij met 65 jaar aan pensioen ontvangt en kan zijn toekomstplannen daarop afstemmen. Het moet niet zo zijn dat pensioenfondsen en werkgevers van alles over het pensioen mogen beslissen zonder de werknemer, die er hard voor werkt, bij te betrekken".

Auteur: Angela F. Wilson, advocaat SRK Rechtsbijstand

Bron: www.eufin.nl van 23 november 2017

Ga terug naar de vorige pagina